Het leukste spel met groente en fruit voor de kinderopvang!
Met de tafelkaartjes met groente en fruit wordt ieder eetmoment een avontuur. Alle kinderen worden aan de hand van de kaartjes uitgedaagd om groente en fruit te proeven. De tafelkaartjes dragen bij aan een ontspannen sfeer, grappige momenten én gezelligheid aan tafel.
Het is megaleuk om meer te leren voor de kinderen die al graag groente en fruit eten. Maar ook perfect voor de kinderen die het hardste ‘Dat lust ik niet’ roepen!
De kaartjes dragen bij aan het comfortabel worden met groente en fruit en het optimaliseren van het imago van groente en fruit. Zo dragen de tafelkaartjes bij aan de ontwikkeling van een gezond eetpatroon.
Het doosje met tafelkaartjes bestaat uit 60 verschillende kaartjes, met daarin 25 verschillende groente en fruit. Denk aan paprika, wortel, spinazie, appel, blauwe bes en aardbei. Daarnaast zitten er meer dan 10 download en printbare werkbladen bij die je met de kinderen kan doen.
Met deze kaartjes wordt het eten van groente en fruit écht een feestje!
Wat is het doel van de tafelkaartjes?
Met veel plezier leren over groente en fruit en om kinderen uit te dagen om te gaan proeven!
Wat zit er in het doosje tafelkaartjes?
In het doosje zitten vijftig groente- of fruitkaartjes en tien bonuskaartjes. Daarnaast zitten er meer dan 10 downloadbare werkbladen bij voor de kinderdagverblijf en bso om te printen.
Waarom dragen deze kaartjes bij aan het leren eten?
Ieder kaartje bevat een opdracht, vragen of wist-je-datje, waardoor je in gesprek of in de actie gaat. Ieder kaartje draagt op zijn eigen manier bij aan het aan het comfortabel worden met groente en fruit, bijvoorbeeld door het aan te raken, in de mond de stoppen of meegenomen te worden in de verwachtingen die kinderen kunnen verwachten bij het eten van de groente of fruit.
Bijvoorbeeld bij het kaartje van champignon:
Een champignon in je mond voelen kan soms best gek zijn. Het is namelijk glibberig. Steek je tong maar eens uit als een glijbaan. Als je de champignon op je tong legt dan glijdt hij zo naar beneden!
Het lastigst van het van champignons is de structuur. Het glibberige gevoel in je mond en als je er op kauwt. Het is voor kinderen fijn om voordat het in hun mond gestopt wordt, te weten wat ze kunnen verwachten. Door het juist uít je mond te laten glijden, in plaats van in je mond stoppen, wordt ook de druk van het moeten eten weggehaald. Door je tong als glijbaan te gebruiken raken kinderen het aan, eerst met de hand en daarna met de tong. Allemaal mooie stappen om comfortabel te worden met champignons zodat de kinderen het leren eten.
Maar ieder kaartje draagt ook bij aan het optimaliseren van het imago van groente en fruit. De intrinsieke motivatie om dit te willen eten wordt aangesproken bij de kinderen.
Bijvoorbeeld bij het kaartje van banaan:
Wist je dat banaan je mega sterk maakt? Het helpt je spieren, daardoor kan jij zware dingen tillen of heel hard tegen de bal trappen bij voetbal.